Vier vlak, twee ineengevlochten.
		Het zijn ruimtelijke figuren bekend uit de geometrie, waarvan alle vlakken en hoeken het zelfde zijn, denk aan de kubus de meest bekende. Er zijn er vijf en Plato heeft ze 350 jaar voor Christus al beschreven. Later werden ook half regelmatige (Archimedische) veelvlakken ontdekt en beschreven, dat zijn figuren met twee of meer verschillende vlakken en hoeken. Het zijn belangrijke vormen, gebruikt in de bouwkunde maar voor de kunst een belangrijke inspiratiebron.				Acht vlak en een zes vlak ineengevlochten.
						Twaalf vlak, twee stuks verward in elkaar.
Twaalf vlak, twee stuks gedraaid om één as.						Twintig vlak, met een ingesloten kikker.
Twintig vlak, met een ingesloten kikker.						Zes vlak (kubus), twee stuks gedraaid om één as, naar een tekening van M.C. Escher.
Zes vlak (kubus) twee stuks gedraaid om één middelpunt.						Tweeëndertig vlak. De afgeknotte Icosaëder (twintig vlak) werd later gebruikt als model voor de leren voetbal.
Caleidocyclus van 6 Tetraëders, met scharnieren eindeloos draaibaar door het hart. Grenenhout rond 80cm. Aangezicht 1.						Caleidocyclus van 6 Tetraëders, met scharnieren eindeloos draaibaar door het hart. Grenenhout rond 80cm. Aangezicht 2.
De stompe kubus, een voorbeeld van een half regelmatig veelvlak.						Deze drieling van octaëders naar een houtgravure van M.C. Esscher is van grenenhout. De kameleons van vilt op een grondvorm is het werk van de kunstenares Marnell van Zoelen.
		© Willem van Dam